ik begin mezelf te ruiken

17 augustus 2017 - Kaiserslautern, Duitsland

Woensdag 16 augustus

Als ik even voor zevenen  opsta, is het meer geheel zichzelf: een vlakke waterspiegel die nog weigert de opkomende zon te spiegelen, omdat die te waterig is en moeite moet doen om door te komen. De luiken van het restaurant zijn neergelaten en het terras ligt er met het strandje ligt verlaten bij. Als ik tegen half acht mijn tentje in zijn hoes duw, gaat mijn buurman als de eerste mens in Adamskostuum te water. Ik ontbijt op een bankje aan het meer, haal mijn telefoon op bij de toiletten, inspecteer of ik niets laat liggen en vertrek. Zoals gewoonlijk controleer ik ten overvloede op de fiets nog even of portemonnee en telefoon in de stuurtas zitten. Alsik naar beneen kijk mis ik mijn bidons. Bij de kraan laten staan. Even keren en nog voor achten start ik mijn fietsdag.

Op het land wordt druk gewerkt. Er wordt hier veel groente verbouwd, velden vol sla van de koude grond worden geoogst. Het zijn kleine fabriekjes aangedreven door een trekker waaraan een lange arm zit met een lopende band. Zo'n stuk of vier mensen plukken de kroppen sla en leggen die op de band. Op de wagen achter de trekker staan twee mensen die de sla in kratten doen. Weer anderen stapelen de kratten op de wagen. Tarwe is hier ook allemaal al geoogst, alleen debieten en het mais staan nog op het land. Het is nazomer, de spreeuwen verzamelen al en zwermen laag over het land, ze strijken massaal neer op het land en vliegen even massal weer op zonder zichtbare aanleiding? Ze maken een oorverdovend lawaai. Ik fiets richting Neustadt an der Weinstrasse en dat is zichtbaar, overal de wijnranken met witte of blauwe druiven. Midden in het niets is de weg afgesloten door twee spoorbomen. Ik zie niets en ik hoor niets, ik kijk langs de rails en zie niets en steek schuin over. Met dat ik het doe, bedenk ik me dat het niet slim is. Ik heb alle tijd. Waarom niet even wachten. Een tegemoetkomende automobilist die mij ziet oversteken draait zijn raampje naar beneden en schreeuwt iets tegen me over die Schranken die geschlossen sind. Ik fiets door, ben me ervan bewjst dat de man gelijk heeft, maar ik bedenk ook dat de Duitse taal, hoe vriendelijk de Duitsers ook kunnen zijn, zich ook uitstekend leent om een ander op zijn plek te commanderen. 

Het landschap vind ik rommelig, veel donkere oude gebouwen. Het landschap heuvelt vriendelijk. Het is allemaal goed te fietsen. Fietspaden zijn hier in Duitsland eigenlijk een drama, vaak deel je als fietser het fietspad dan wel het voetpad met de voetgangers en alle wegovergangen geven een stevige drempel. Bovendien houden fietspaden op de gekste momenten gewoon op, waarna je alsnog op de weg miet fietsen. Dat is dan ookhethandigste. Als ik onverhoopt voor het dorpje Appenthal het fietspad kies, word ik ingehaald door een racefietser op een schitterende Rosa-fiets, die de weg houdt. Als ik even later weer achter hem fiets, kijkt hij twee keer verstoord om en ik besluit maar voor hem te gaan fietsen. Als ik later een foto maak om de rommelige omgeving vast te leggen, komt hij me weer voorbij. 

Ik wil Kaiserslautern als grote stad vermijden door er onderdoor te fietsen, maar dat gaat uiteindelijk toch nog bijna mis. Even na het plaatsje Dansenberg, een berg waar je bepaald niet zo maar tegenop danst, moet ik volgens de kaart even de grote weg aanhouden naar noord, maar de fietsroute naar het westen zie ik niet en mijn Garmin geeft aan dat ik noord-oost rijd. Zo kom ik alsnog in de buitenwijken van Univeritätsstad Kaiserslautern uit. Ik probeer weer naar het zuiden te komen, maar dat valt niet mee. Een spoorlijn zit me in de weg. Tenslotte kom ik in Hohenecken uit. Het is dan al over drieën en ik barst van de honger. Bij een chique uitziend restaurant bestel ik een orangensaft en een bord spaghetti met zalm, waarna ik mijn weg vervolg. En dan ben ik tegen vieren op hetzelfde punt, waar dan wel een camping is. Dat dan weer wel. Ik besluit dat het genoeg is voor vandaag. Het blijkt een beetje gribuscamping in de Pfalz, waar ik een plekje krijg in een zandbak. Alles doet Oost-Duits aan, maar sinds gisteren weet ik dat dat gewoon synoniem is voor voor-oorlogs. Ik snap niet dat mensen in zo'n klerezooi vakantie willen vieren, maar vandaag doe ik met ze mee. 's Avonds bestel ik een bratworst, die hebben ze in wit en rood, en een bordje frites en ein weissen Bier. Dus niet op zijn Beiers. Als ik nog een bordje wil, blijkt het te laat. De keuken is gesloten. Bij de tent maak ik dus maar een nood-rantsoen chili con carne om morgen ook nog te kunnen fietsen. Als ik om half tien mijn tent in ga, voel ik me smerig. Mijn kleren worden vochtig en het weer is niet goed genoeg om te wassen en te drogen. Een deel van mijn natte goed pak ik noodgedwongen in een vuilniszak in mijn tas, maar in die tassen begint het ook te broeien. Mijn kleren beginnen onfris te ruiken en ik vind het niet prettig om mezelf te ruiken. Ik merk dat ik een beetje genoeg begin te krijgen van Oost-Duitse campings. Of misschien is het gewoon het afzien dat ik een beetje zat word. Morgen misschien toch een hotelletje.

Als ik met Angèle 's avonds de route doorneem, blijkt dat ik aardig op weg ben. Morgen staat er een zwaar parcoursmet veel klimmen op het programma en omdat ik 's morgens het makkelijkste fiets, zet ik mijn wekker op zes uur.

Foto’s

4 Reacties

  1. Karin:
    17 augustus 2017
    Kan me indenken dat je na grijs, grijzer, grijst wel toe bent aan een beetje fris en fruitig. Je rijdt de goeie kant op, dus nog ff wachten en je bent weer in de leefbare wereld. Als ik jou was dook ik ook lekker n hotelletje in, maar ik heb t sowieso niet zo op kreperen. Lekker tukkie doen zo en morgen weer fris op. XKa
  2. Theo:
    17 augustus 2017
    Tja Stef, af en toe is het lijden. Je project moet ook niet op vakantie gaan lijken! Fijn dat we vandaag geen zuid-oosten wind hadden, anders hadden we je hier vast geroken! Je komt nu zo langzamerhand in de buurt waar de Rijnwijnen vandaan komen. G
    Neem geen Weissen en geen bratwurst, maar een copieuze maaltijd waar je ook op kunt fietsen, desnoods kom je een dag later aan in het Gooi. Vooraf even opfrissen.
    Gun jezelf het genoegen, het hoeft niet elke dag 'martelen' te zijn.
    Lieve groet, ook van Marjo, die geniet van je verhalen
  3. Nico:
    17 augustus 2017
    misschien gewoon een rustdag inlassen op een wijnproeverij?
  4. Berry:
    17 augustus 2017
    Stef je verhalen zijn erg "beeldend", alsof we met je meefietsen!
    We kunnen ons wel voorstellen dat je je niet fris en fruitig voelt, maar een luchtje hoort erbij !