De kathedraal van Porsche

16 augustus 2017 - Lingenfeld, Duitsland

Dinsdag 15 augustus

De camping bleek vannacht behalve aan de Neckar ook aan een spoorlijn en een snelweg te liggen. Af en toe heb ik het idee dat de auto's dwars door mijn tentje racen. Ik houd het dan ook al vroeg voor gezien op mijn matje. Om tien over zes loop ik naar het toilet, stop mijn telefoon in de oplader en was me. Dan spullen pakken en voor zevenen staat mijn ontbijtboel op tafel en schenk ik een kop koffie in. Het maakt allemaal niet veel uit of ik me haast of niet. Ik heb steeds ongeveer 5 kwartier nodig voor mijn ochtendrituelen. Goed kwart over zeven sta ik voor het hek, of beter gezegd, het gat in het hek, waardoor ik binnen ben gekomen vanaf het fietspad aan de Neckar. Het blijkt gerepareerd. Er is geen gat meer, alleen een hek. Een matineuze campinggast, meldt me dat er teveel kinderen zo maar de camping opkwamen. Hij wijst me hoe ik om de camping heen kan rijden. Als ik via de hoofdingang vertrek, blijkt pas in wat voor omgeving de camping ligt. Ik sta direct op een industrieterrein en hoewel ik fietsers op het pad langs de Neckar zie rijden, kan ik er niet komen, omdat er een spoorlijn tussen ligt.

Omdat er nergens bordjes staan kies ik consequent voor de noordelijke dan wel de westelijke richting. Op eengegeven moment rijd ik het zoveelste bedrijventerrein op, maar hier loopt het dood. Ik zie een heer lopen die ik vraag: "Wie komme ich heraus hier?" Het blijkt ook een toerist met rugzak die me antwoordt: "Ich weiss nicht. Sie können dem Weg  versuchen." en zelf klautert hij tegen het talud op. Even later rijd ik hem achterop en zeg hem lachend goedendag. 

Stuttgart blijkt nog heel wat zware industrie te hebben. Gebouwen die op mij eerder de indruk wekken in Oost-Duitsland te zijn. Op zichzelf is dat niet zo vreemd, want de gebouwen dateren waarschijnlijk van voor de tijd dat  er een Oost- en West-Duitsland bestonden. Het zijn dus gewoon Duitse gebouwen van voor de Tweede Wereldoorlog. Het is een deprimerende omgeving die nog een troostelozer aanblik krijgt, omdat hier en daar een gebouw gesloopt wordt. Her en der staan buiten groepjes mannen in overall een sigaret te roken of gewoon wat te kletsen om de eerste of laatste pauze van hun dienst, wie zal het zeggen, te genieten. Het doet mij sterk denken aan het gedicht De vogels dat Martinus Nijhoff schreef in de crisistijd:

De vogels

De arbeiders der fabriek aan de overkant
gaan, als de stoomfluit schaften heeft gefloten,
op een terrein, door muren ingesloten,
voetballen, vechten, eten. Onderhand
verzamelen de vogels langs de goten.
De hemel vraagt om kruimels van het land.
Reeds zwenkt de meeuw naar de uitgestoken hand,
en bij de schoen zijn mussen toegeschoten.

Andere vogels hebben het niet zo.
Ik heb hen vaak op de brug gƒgeslagen,
zij haalden brood op het stempelbureau.

Als die om kruimels van de hemel vragen,
een bioscoop, een fiets, een radio,
komt de cavalerie de hoek om jagen.

Ik zeg niet dat die mannen, ik zag alleen mannen, het slecht hebben, maar de omgeving waarin ze werken, maakte op mij een deprimerende indruk. Ik vraag me af of nieuwe technologieën een eind zullen maken  aan deze vorm van zware industrie?De somberheid van de gebouwen contrasteert sterk met nieuwe glaspaleizen die steevast autoshowrooms blijken te zijn. Mercedesen, Audi's en BMW's staan in blinkende paleizen tentoongesteld waar je werkelijk van de vloer kunt eten. Het geeft de slagzin "wir leben auto's" voor mij een navrant randje.

Dan sta ik voor een stoplicht te wachten en zie tot mijn verbazing dat het hele kruispunt wordt gedomineerd door glazen en metalen spiegelpaleizen van Porsche. In het midden van het kruispunt zijn drie zuilen opgetrokken die naar de hemel reiken.  In elke zuil is in de top een echte Porsche verwerkt. Een gigantisch zwart spiegelend gebouw dat het Porschemuseum blijkt te zijn. Het heeft iets onwerkelijks na de naargeestige realiteit waar ik net doorheen fietste.

Maar als ik Stuttgart uit ben volgt een mooie route door het bos met af en toe wat akkers endat is weer genieten. Tegen twaalven rijd ik vanuit die landelijke omgeving een dorpje binnen, waar de klokken luiden. Er blijkt een begrafenis te zijn en dat brengt me in gedachten even bij de begrafenis van mijn tante Rie uit Soesterberg, die vandaag begraven wordt. Het is de laatste tante die ik nog heb. Van de hele generatie van mijn vader is alleen ome Bep nog over. Ik moet verstek laten gaan, maar door dit toeval sta ik er toch even bij stil.

Het is inmiddels al tegen tweeën. Mijn koffiepauze heb ik in Vaihingen an der Enz aan een gezellig pleintje gehouden. Ik zoek een supermarkt om mijn bidon te vullen met wat vruchtensap, maar supermarkten of kruideniers zijn hier dun gezaaid. Wel heel veel Sparkassen. Elke stad en dorp lijkt hier zijn eigen Sparkas te hebben. Uiteindelijk stop ik bij een Turks restaurant, waar ik twee blikjes orange koop. De man maakt voor mij een soort wrap met gehakt, wittekool, uien, rode kool enhet smaakt voortreffelijk. Als ik met hem aan de praat raak, vraag ik hem hoe het is om als Turkin Duitsland te leven. Hij zegt dat dat prima is. Hij woont hier al veertig jaar. Als ik hem vraag of het veranderd is in die veertig jaar, zegt hij volmondig ja. Hij zegt me dat het in Nederland beter is. Als ik hem verbaasd vraag waarom, zegt hij me datde mensen in Nederland. vriendelijker zijn. Ik zeg hem dat ik de mensen hier ook heel vriendelijk vind. Dat beaamt hij en omdat er een stadgenoot naast hem zit laat ik het erbij. Ik vraag hem of ik hem mag vragen wat hij van de situatie in Turkije vindt. Daarover is hij heel openhartig: Dat is heel slecht. De mensen willen democratie en Erdogan is geen democraat. Hij heeft alleen maar gewonnen door de Turken die vanuit Europa gestemd hebben. In Turkije zelf heeft hij verloren. We praten nog wat door, ik koop twee pakjes vruchtendrank die hij voor me openknipt als hij ziet dat ik ze in mijn bidon  wil doen. We groeten en ik vervolg mijn weg. 

Bij Germersheim ga ik de Rijn over en dan wil ik wel graag een camping hebben. Ik heb er ruim honderd km. opzitten en hemelsbreed 7 km. zuidelijk van Germersheim is een camping. Noordelijk is er ook één, maar ik kies zonder argument zuidelijke, omdat ik die het eerste zag. Garmin loodst me erheen, maar als ik er aankom, vrees ik het ergste. Alleen maar vaste stekken. Als ik bij het restaurant vraag, krijg ik te horen dat ze niet van de camping zijn en als ik vraag of ik dan misschien een biertje mag, zeggen ze dat ze gesloten zijn. Dat schiet niet op. Ik vraag een paar mensen die aan het meer liggen te zonnen en die verwijzen me naar een kiosk, waar wat mensen bier zitten te drinken en veel plezier hebben met elkaar. Ik vraag of ze een plek hebben en dan vraagt een dame, nou ja dame, me met een vreselijk accent: "Do you speak English?". Ik ben verbaasd, want dit is me deze dagen nog niet één keer eerder gebeurd. Ik zeg haar: " yes, I do aber Sie können auch Deutsch sprechen, dass verstehe ich auch." De mannen om haar heen beginnen vreselijk te lachen en dan zegt ze: ich spreche dem ganzen Tag Deutsch und ich wolle mein Englisch üben."

"Well" zeg ik en ik besluit het spelletje maar te spelen: let's speak English then. Do you have a place for a man with a bikeand a tent?" Dan verwijst ze me naar de overkant van de plas waar ik vrij mag gaan staan. Ik kan bij haar eten en drinken. Als ik vraag of ik hier ook kan douchen, zegt ze dat dat niet kan. Ik hoef niet te betalen. Het komt er eigenlijk op neer dat ze geen moeite voor me wil doen, maar ik ben het zat. Ook voor wildkamperen is één keer de eerste keer en ik heb al lang besloten dan maar een duik in de plas te nemen."Gibt mir denn ein weiss Bier bitte." vraag ik, waarop ze me corrigeert en zegt: "Dass ist Bayerisch. Hier trinken wir ein weissen Bier.""Gib mir denn ein weissen Bier bitte", zeg ik. Ik betaal en kijk naar de overkant van de plas. Eerst een biertje. Daarna rijd ik naar de overkant en dat blijkt de berm te zijn bij de plaatselijke voetbalvereniging. Ik zoek een plekje, maar het blijkt werkelijk geen optie. Ik heb geen zin om vanavond gestoord te worden Heren 1 die hun training beginnen. Er zit niets anders op dan alsnog naar de noordelijke camping te gaan. Het is inmiddels vier uur en ik ben het zat. Maar het windje blijkt mee te zitten en 15 km. later kom ik ook hier bij een gesloten receptie. Ik besluit mijn tentje neer te zetten en om even over vijven lig ik, na 140 km. dan toch in een meer. Ook hier blijkt namelijk geen toegankelijke douche. Ik hoor dat er rond zessen iemand langskomt aan wie je kunt betalen. Maar dan zit ik al heerlijk aan een biertje bij het restaurant met uitzicht op het meer.  Daarna bestel ik een Stroganoff met frites en rond half tien ga ik naar bed. Ik zet geen wekker. Morgen een beetje rustiger aan. 

Maar al met al een prima dag. Ik raak inmiddels gewend aan het mooie weer dat ik er niet eens meer over schrijf. Het was vandaag dertig graden, dus die wasbeurt in het meer was zeker geen straf. En toch nog wildkamperen, want ik heb verder niemand meer gezien en ik heb ook niet de moeite genomen er achteraan te gaan.

7 Reacties

  1. Karin:
    16 augustus 2017
    Doe mij die auto rechtsonder maar. Lijkt me best wel warm hoor, 30 gr op de fiets, maar tis droog en das heel prettig. Je relaas leest weer erg gezellig, dat grijze hebben Henny en ik meegemaakt in de haven van Rdam, alleen was je daar, bijna, alleen op de wereld en het zal er minder grijs zijn geweest dan wat jij nu meemaakt. Maar voor mij ist al gauw afzien en grijzig als er geen kroeg in de buurt is voor n goeie bak koffie, lunch of diner. Misschien toch n beetje verwend ?!
  2. Kees en Henny.:
    16 augustus 2017
    Stef wat ben je weer lekker op dreef met het beschrijven van je gedachtenspinsels, ontmoetingen, omgevingsbelevingen....af en toe een literaire flashback....we genieten weer mee!!
    Fiets niet teveel kilometers per dag, we willen nog heel veel reisverslagen lezen!!!!!
  3. Nico:
    16 augustus 2017
    weer heel dik 100 km.....dat is 10 x op en neer van Weesp naar Naarden...bewondering! En -denk ik- gezond spannend om iedere dag weer een slaapplek te vinden. Je verhalen zijn het opschrijven waard!
  4. Mooijman:
    17 augustus 2017
    Heel leuk om mee te mogen lezen Stef! :) Evie
  5. Mohamad:
    17 augustus 2017
    Hallo Stef
    Ik vind het leuk om jouw reisverhaal om te lezen
    Kun je meer makkelijk worden gebruiken .
    Ik wens jou goede reis verder
    Groeten Mohamad
  6. Anouk:
    17 augustus 2017
    Die wrap met gehakt enzo is een Turkse pizza. Lekker hè?
  7. Louis:
    18 augustus 2017
    Nog even een nabrander.
    Bij het afscheid van tante Rie (waar jij indirect vertegenwoordigd was) kwam de vraag op of tante Alie wellicht nog zou leven.
    Zojuist kreeg ik een bevestiging van haar zoon (en onze neef) Arie: "Alie leeft nog steeds. Alleen trekt ze zich meer en meer terug. Vandaar dat je nog maar weinig van haar hoort."
    We hebben dus nog één tante en één oom.
    Nog veel succes met je fietstocht (en fijn om weer eens een gedicht van Martinus Nijhof te lezen! - mijn dochter Esther heeft nog een tijd in het huis gewoond waar hij 'Awater' schreef)