De camping laat op zich wachten

25 juli 2018 - Chinon, Frankrijk

Als ik dinsdagochtend wakker word, is het pas half vijf. Tevreden constateer ik dat ik nog bijna twee uur kan blijven liggen. En direct daarop realiseer ik me dat ik dat gevoel nog niet gehad heb deze vakantie: lekker liggen op mijn matje. Het went dus. Voor het eerst word ik deze vakantie wakker door mijn wekker. Inpakken en ontbijten gaan volgens het vaste stramien met dit verschil dat ik nu wel koffie maak en rustig ontbijt. Als ik om kwart over zeven bij de poort staat, blijkt die op slot, maar ook de deur ernaast geeft niet mee. Ik zet mijn fiets neer en kijk om me heen. Er komt juist een campinggast aanlopen en ik probeer:”Bonjour monsieur.” Pas de derde keer kijkt hij mijn kant op en als ik tegen hem begin te praten zegt hij kortweg: 

“English please.” 
“OK”, zeg ik “You are British. The English still believe that de whole world is British, isn’t it?

Maar dat laatste zeg ik natuurlijk niet, dat denk ik. Als ik hem vraag of hij weet hoe ik de poort open krijg verwijst hij me naar de caravan van de eigenaresse, waarvan ik weet dat ze daar niet is, omdat ze zojuist de andere kant opliep. Ik bedank hem, maar hij is als weg. Als ik de deur nog een keer probeer, blijkt die andersom open te gaan dan ik had verwacht. Om vijf voor half acht fiets ik weg en ook nog in één keer de goede kant op. 

Ik heb de rivier de Vienne aan mijn rechterhand: ik rij noord. Na een kilometer of tien steek ik de rivier over naar het oosten. En inmiddels weet ik het wel: van de rivier af landinwaarts is klimmen geblazen. Dat is ook nu het geval en de kilometers van gisteren zitten nog in de benen. Het gaat niet vanzelf. Ik heb gezien dat ik daarna ongeveer vijf kilometer een Grote N-weg moet volgen om daarna een gele weg op te kunnen pakken naar Oradour. Mijn kaart blijkt echter wat verouderd en de N-weg is een snelweg geworden. Ik heb het te laat in de gaten, maar als een paar vrachtwagens hevig toeteren is dat niet om me gedag te zeggen. Terug is echter ook geen optie: dan rijd ik op de snelweg en ook nog aan de verkeerde kant. De weg loopt behoorlijk steil naar beneden dus ik kar met een gangetje van 35 km. over de vluchtstrook, die ze overigens slecht schoon houden voor fietsers. Na vijf km. komt inderdaad de afslag naar Oradour en iets rustiger vervolg ik mijn weg. In Oradour heb ik er 25 km. opzitten en ik neem plaats op een terrasje in de zon die zo vóór negenen nog heerlijk aanvoelt. De boerenzwaluwen cirkelen laag boven over de rustige weg.

Als ik de route op mijn kaart nog eens bekijk, besluit ik niet deze gele weg te volgen, maar al eerder naar het noorden te gaan. Die route voert over witte weggetjes, wellicht iets zwaarder, maar ook veel rustiger. Eerst volg ik nog de gele D 9 die glooiend is en steeds met ongeveer vier procent op en af gaat. Voorbij St. Christoffe draait vlak voor me de plaatselijke wielerclub uit Verneuil de weg op. Allemaal bejaarde mannen van mijn leeftijd. Ik kan de verleiding niet weerstaan en versnel iets om bij ze in het wiel te komen. Daar peddel ik in laatste positie mee en wacht de ontwikkelingen af. In ons groepje zou het niet gepikt worden dat iemand met fietstassen en spatborden meerijdt in ons wiel en het duurt dan ook niet lang, voordat ik ben opgemerkt. Er kijken nog wat mannen om, ik hoor wat smoezen in het Frans, maar er gebeurt nog niets. Bij het eerst volgende klimmetje wordt er voorin aangezet. Het peloton breekt en als ik zie dat de achterblijvers wel erg veel terugvallen, zet ik aan en rijd het gat naar het voorste groepje dicht. Het doet even pijn, mijn fietscomputer begint te piepen en er verschijnt een melding op het scherm: hartslag te hoog. Maar het moet even. Als even later het peloton is gehergroepeerd, maak ik een praatje met één van de mannen. Bij het volgende klimmetje wens ik ze bonne route en ik laat ze gaan.

Ik moet erom grinniken en tegelijkertijd bedenk ik me dat dat toch een rare manneneigenschap is. Tenminste volgens de taal: “Kijken wie het verste kan plassen” of “kijken wie de grootste heeft” of “haantjesgedrag”.  Zou het echt evolutionair bepaald zijn? De Grieken spraken van Thymos: een kracht waarmee mensen boven zichzelf uit kunnen stijgen, maar ook een kracht die vernietigend kan zijn naar jezelf en naar anderen. Het Nederlandse woord dat de betekenis is beste weergeeft, is eerzucht: zucht naar eer. In het woord zucht klinkt verlangen door, zoeken naar eer, maar ook een ziekelijke hang naar eer. Waterzucht is ziek van water. Eer verwierf je in de oudheid door de ander te overwinnen en zo de macht te verwerven. De beschaafde vorm is autoriteit: autoriteit krijg je van de ander door de overwinningen die je behaalt op jezelf. Maar ze liggen dicht bij elkaar.

In Availles Limouzine bestel ik koffie op een terras. Voor taart word ik verwezen naar de bakker aan de overkant. Het is een druk verkeer heen en weer: regelmatig steken hotelgasten het kruispunt over met een fraai doosje met zoetigheid erin. Ik haal een éclair, want al het andere gebak is op. Ik stuur op een camping in Lussac le Chateau. Bij de VVV haal ik een plattegrond en koers het stadje aan de noordkant weer uit om het terrein op te rijden. Dat denk ik tenminste, maar het blijkt een ftiteskot te zijn. Omdat ik zo mooi vroeg een camping heb, permitteer ik me een patat en een orangina. Na een kwartiertje gepauzeerd te hebben rijd ik naar de camping 600 m. verder. Het blijkt een dor stuk grasland zonder één boompje. Het kantoor is dicht en er hangt een briefje dat de camping van 5 augustus tot 8 augustus gesloten is. Dat is in ieder geval op tijd aangegeven. Ik bezin me wat te doen. Dit wil ik in ieder geval niet. 

Ik kijk op de kaart en zie dat langs de Vienne toeristis he routes staan aangegeven. Ik verwacht dus wel een camping en besluit door te rijden. Al gauw rijd ik Civeaux binnen waar een camping staat aangegeven. Maar er rijzen ook twee enorme kerncentrales voor me op die flink wat stoom of rook uitspuwen. De bordjes camping wijzen naar de ingang van de kerncentrale waar tegenover een weilandje is waar een aantal campers staat. Ik besluit door te fietsen. De camping die ik zoek, verschijnt niet. Ik weet dat dit erbij hoort, maar het valt wel tegen. De benen doen het goed, maar de teller loopt maar door en de klok ook. 

Elk bord of elke vlag verwacht ik een camping, maar wat staan er een borden langs de weg en wat zetten veel bedrijven een vlaggen neer om de aandacht te trekken. Tegen vieren rijd ik de camping in de Middeleeuwse stad Avigny op. Bij de administratie koop ik een blikje cola. Het duurt nog wel twee uur voordat ik mijn tentje opzet. Eerst zit ik een uurtje in de schaduw en bekijk ik de kaart. Angèle heeft de overzichtskaart en ik heb de detailkaartjes voor me uit gelegd om te kijken of ik ongeveer goed uitkom. (zie foto) Ik wil de Seine niet bij de Port Normandie oversteken. Richting Le Mans, Rouen is goed. Tegen zeven uur fiets ik naar het stadje om te eten en daarna post ik mijn blog. Dat geeft problemen omdat de site niet bereikbaar is, maar om tien uur lukt het alsnog. 

Ik bedenk me dat ik morgen meer vakantiegevoel wil. Voor een vakantiegevoel is voor mij ook tijd nodig om niets te doen. Hoe leuk ik fietsen ook vind, alleen fietsen en dan naar bed dat is niet wat ik me had voorgesteld.

5 Reacties

  1. Karin:
    25 juli 2018
    Ik zou er ook een keertje een makkelijk dagje van maken, desnoods helemaal overdrijven en gewoon een hotelletje nemen met lekker bed, eten en terras.
    Maar ja, wie ben ik. XKa
  2. Beau:
    25 juli 2018
    Wat ben je toch een sufferd!
    Op de snelweg 🙈🙈
    Gelukkig ben je er weer heel vanaf gekomen. 😘
  3. Joke Gunter:
    25 juli 2018
    Weer meegenomen door je beeldende beschrijving van een nieuwe fietsdag.
    Grappig, herkenbaar mannetjesgedrag :).
    Ben benieuwd naar je vakantiedag morgen.
    Mooie dag gewenst!
  4. Louis:
    26 juli 2018
    Ik volg je tocht ook dit jaar weer met veel plezier (en een beetje jaloezie!).
    Maar ook met de kaart erbij - en volgens mij ben je in deze etappe in Chauvigny aangekomen...
  5. Theo:
    26 juli 2018
    Hoi Stef,we waren een aantal dagen verstoken van je verhalen.Dat voelde als 'vastendagen'. Via Angele hebben we bij kunnen lezen.
    Jij ziet af, maar Marjo en ik genieten ..... van je Spartaanse wijze van vakantie houden.
    Iemand of een groepje dat voor je fietst....nee...dan gaan je benen sneller malen.Je wilt minstens in het wiel.Marjo briest altijd als ik dan 'ongemerkt' op de pedalen ga staan. Dus heel herkenbaar. Eerzucht heet dat dus.
    Mocht je nog willen toegeven aan je vakantiegevoel.....je zou ook kunnen besluiten om een dag niet te fietsen.
    Wat je ook besluit.....we volgen je met grote bewondering en heel veel plezier